Lieve lezers,

Graag geef ik jullie een kijkje achter de schermen in het mooie werk dat ik mag doen als Associate Project Manager Congress & Exhibition voor de International AIDS Society in Genève. A dream came through: werken voor een internationale organisatie, de wereld over reizen en bovenal werken voor een organisatie die bijdraagt aan het vervullen van de SDG’s zoals opgesteld door de VN.

De missie van de IAS is “to lead collective action on every front of the global HIV response through its membership base, scientific authority, and convening power”. Onderdeel daarvan is het organiseren van conferenties overal ter wereld. Iedere twee jaar organiseert de IAS de International AIDS Conference (à 15.000-20.000 bezoekers). Deze conferentie is het platform om vanuit de hele wereld top wetenschappers, civil society members en overheden te laten netwerken, kennis te laten delen en samen stappen te laten zetten met als ultieme doel HIV en AIDS te doen laten verdwijnen uit deze wereld. De International AIDS Conference staat bekend als de meest prestigieuze en grootste conferentie ter wereld op het gebied van mondiale gezondheid en vele bekende gezichten passeerden dan ook de revue.

Daarnaast organiseren we een kleinere conferentie vooral gericht op de wetenschappers onder de naam IAS Conference on HIV Science (à 7000 bezoekers).

Daar ging ik dan, op naar mijn eerste International AIDS Conference, dit jaar in de RAI in Amsterdam! Spannend! Ik mag onderdeel zijn van het team binnen de IAS dat de Conferenties organiseert vanuit een logistiek perspectief.

Dat betekende voor mij om in 4 maanden tijd (ben gestart op 1 maart 2018) contracten te regelen, te onderhandelen over miljoenen, te zorgen dat 120 satellite organizers aan hun trekken komen en te faciliteren dat alle sessies in de grootste hal (6.000+) een succes zouden worden!

Een nieuwe wereld ging voor mij open, daar ‘behind the scenes’ van het grote podium. Aangezien ik mede verantwoordelijk ben voor alle audiovisuele zaken betekent dit tijdens sessies achter de schermen zorgen dat het juiste camera shot wordt genomen, dat de sprekers te horen zijn, dat de sessie verloopt zoals gepland, dat de NOS zijn werk doet en het publiek live kan volgen wat er gebeurt aan de andere kant van de RAI.

Bijzonder om handen te mogen schudden van o.a. minister Kaag, Bill Clinton, prins Harry en niet te vergeten Charlize Theron. Maar meest bijzonder is toch wel om die enorme diversiteit aan mensen en culturen te ervaren, het enthousiasme van de honderden vrijwilligers, de open-minded sfeer rondom HIV en AIDS en activisme dat wordt ontvangen in een positieve sfeer. Gaaf om onderdeel te mogen zijn van een conferentie waar mensen vanuit de hele wereld de kans te krijgen hun boodschap over te brengen en waar kritiek niet geschuwd wordt.

Op het moment van schrijven kijk ik uit het raam van ons kantoor uit op de bergen rondom het meer van Genève. Een uitzicht om bij weg te dromen. Maar… Ik moet opschieten, want ik heb zo een bijeenkomst over de geplande bezoeken richting… Mexico! Volgend jaar wordt de IAS Conference on HIV Science namelijk georganiseerd in Mexico City.

En om dan maar in stijl af te sluiten: Mocht je eens in Genève zijn, altijd welkom voor een bakkie 🙂

Een warme groet uit Genève!

Helma

P.S Wil je meer weten over de IAS? Neem dan vooral even een kijkje op www.iasociety.org.

Op de Internationale Dag voor de Vrede, 21 september, had ons lid Jade-Gülay de kans om Arun Gandhi, de kleinzoon van Mahatma Gandhi, te interviewen over zijn belangrijke werk op het thema passive violence (passief geweld). Zijn gedachten zetten aan tot een discussie over wat nou eigenlijk de bron is van geweld in de wereld. Lees het volledige verslag hieronder in het Engels.

In the run-up to Mahatma Gandhi’s 150th anniversary in 2019, a revolutionary man in non-violent activism, I had the incredible honour of speaking to his grandson Arun Gandhi at the 4th Peace Symposium on September 21 International Peace Day. Arun Gandhi is founder of the M. K. Gandhi Institute for Nonviolence, author of the book ‘Be the Change’ among many others and of his grandmother Kastur’s biography ‘The Forgotten Woman’, Mahatma Gandhi’s wife. It was from her that Mahatma Gandhi learned his first lesson on non-violence.

Prior to the official interview, I had a personal conversation with him and was amazed by his kindness and modesty that I’m sure of won’t escape anyone who has the chance to talk with him. And exactly this is where peace begins. Arun Gandhi says: “Non-violence has to be lived. How we behave with each other and how we relate to each other. Peace is not some Utopia somewhere out there in the future.

One of the key issues he addressed during the interview was what he calls ‘passive violence’ (ignoring poverty, economic-, social-, cultural- and religious oppression, suppression and exploitation) which he says is the fuel supply to physical violence. “If we want to put out the fire of physical violence, we have to cut off the fuel supply and become the change we wish to see”, referring to our responsibility in incorporating non-violence in our daily lives: What we think, speak and how we behave. “We are overconsuming the resources of the world, which is violence against nature. Because of that, we are depriving people elsewhere in the world of these resources and they have to live in poverty which is violence against humanity. We are indulging in violence against nature and humanity consciously and unconsciously”.

This immediately made me think of how we easily replace our mobiles by new ones every two years, if not every year, even though some of us know that children sometimes as young as four years old are forced to work in subhuman conditions and under constant threat of violence in cobalt mines in DRC. Many die from exhaustion as different human rights organisations found out. Cobalt finds its way to components of mobiles, laptops, etc. we use in our daily lives. Therefore we (un)consciously contribute to the cycle of exploitation and hurt people elsewhere in the world. One can argue that we hold passive violence or in my view, a gun, in our hands every day.

Arun Gandhi underlines that our use of passive violence results in anger in people who undergo the structural exploitation or suppression which eventually resorts to physical violence. In turn we respond with violence to them instead of introspecting our own behaviour. Don’t suspend peace making or conflict resolution when violence becomes visible in its primitive and physical form. Commit to end passive violence. Live peace, right here, right now.

Jade-Gülay Fitoz

De witte lelie, een wonderschone, elegante bloem die bol staat van de symboliek. In de Middeleeuwen kon men geen kwaad woord reppen over de lelie. De lelie zette de vrouw op een voetstuk. Dat engelachtige, onschuldige imago bestaat nog altijd. Toch vreemd. Hoe bloedmooi deze bloem ook is en hoe fraai ‘lelievrouwen’ ook omschreven worden, van de geur van een lelie word ik werkelijk onpasselijk… Waarom ontbreekt dit onvermijdelijke kenmerk in al die pracht en praal?

Anoniem – Maria met kind  (en lelie)- 1590-1599

O schoone vrouwe

De Middeleeuwse christen kende de symboliek van de lelie maar al te goed. De lelie representeerde de heilige maagd Maria. De bloem stond voor zuiverheid en onschuld. In oude verhalen worden deugdzame jonkvrouwen vaak beschreven met een leliewit gelaat. Om aan te tonen dat zij waardevol waren door hun onbevlekte reinheid en hun nederige levenshouding. Blancefloer uit Floris ende Blancefloer, heet eigenlijk ‘blanke bloem’ ofwel witte lelie. Hier nog een voorbeeld:

“Adelgonde, wier treffend lelieblank gelaat aller oogen tot zich trok, was naast den jonker Van Rodenberg gezeten.” – De Lelie van ‘s Gravenhage van J.J. Cremer

Hera’s melk

Ook in de Griekse mythologie staat de lelie bekend als wonderschone, reine bloem. De lelie staat ook symbool voor vruchtbaarheid. Niet Maria, maar Hera zorgde voor deze betekenis. De bloem zou namelijk voor het eerst ontsproten zijn uit Hera’s melk.

Witte lelies op de grafkist

Leuk en aardig al die reine en vruchtbare vrouwen van weleer, maar één ding begrijp ik niet. Ja, het is een práchtige bloem. Ik vind alleen de geur ondraaglijk. Ik ben wel blij met een boeket lelies, de naam ‘lelie’ alleen al vind ik mooi. Toch zet ik ze altijd op het balkon, zodat ik ze wel kan zien, maar niet hoef te ruiken. Mijn tante vertelde me dat ze niet voor niets op grafkisten werden gelegd. De lelie zou de geur van het lichaam verbloemen. Dit leek me een wat ‘platte’ reden. De lelie, dé bloem die de vrouw op een voetstuk zet, zou ineens verlaagd worden tot ordinaire geurverfrisser? Ik besloot hier meer over op te zoeken.

Het sterfbed

Dat lelies vanwege hun sterke geur op grafkisten werden gelegd, kon ik nergens terugvinden. Wel kan iemand op z’n sterfbed naar lelies gaan ruiken. Dat komt door bepaalde lichamelijke processen die ermee ophouden, waardoor het lichaam begint af te sterven (excuses voor deze ietwat kille omschrijving). Zieke mensen gaan dan soms naar lelies ruiken. Lelies op een grafkist fungeren niet als geurbom, maar als een laatste eerbetoon. De persoon zal met het symbool van onschuld en zuiverheid het graf ingaan.

Prachtige stinkbloem

Het zit me nog steeds dwars dat de o zo wonderlijke witte lelie stinkt. Nu kun je tegenwoordig lelies zonder geur kopen, dan los je het probleem ook op. Maar vroeger werden lelies nog niet zo gekweekt.

Lelies in de Middeleeuwen

Misschien dat de middeleeuwer meer gewend was aan stank. Open riolen, meutes stervende mensen en ranzig water zullen niet naar rozen hebben geroken. Eerder naar lelies. Misschien viel de geur van lelies helemaal niet zo op en zijn onze 21-eeuwse neusjes te veel gewend geraakt aan luxepaarden en verfijnde potpourri. En lelies stonden vroeger voornamelijk buiten. Mensen gaven elkaar niet zomaar boeketten en de gemiddelde middeleeuwer zette geen bloemen op tafel. Sterker nog, in Nederland was volgens mij geen lelie te krijgen… ‘Een leliewit gelaat’ kon ook geïnspireerd zijn op de witte lelie uit de bijbel:

“Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen.
Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren.” Hooglied 2

Prachtige cliché

Al met al vind ik het leuk dat de verheerlijkte lelie onuitstaanbaar stinkt. Ik vind het wel fijn dat zo’n prachtige verschijning ook niet perfect is. Dat lijkt me een prima cliché om mijn blog mee af te sluiten.

Marlijn is redacteur bij de YWCA. Marlijn deelt graag observaties rondom het ‘vrouw zijn’ en het ‘vrouwelijke’. 

Na vier maanden zwangerschapsverlof werk ik weer. Mijn roze babybubbel heb ik grotendeels verruild voor groene Dierenbeschermingsidealen. Het is even wennen, maar geen straf want ik vind mijn werk leuk. Leuk werk en een prachtkind, wat wil je nog meer?

Nieuwe identiteit

Wat Marlijnheid betreft, voel ik me nog precies hetzelfde als voor het babytijdperk. O yes stinkkaas, woldraden in de knoop, kattenharen op m’n nieuwe jurk, rommel in m’n tas. Toch heb ik er een identiteit bijgekregen. Ik ben nu ook moeder en ik geniet er intens van. In ons huisje is er eentje bijgekomen. Het is voor mijn katten nog even wennen, maar wij zijn iedere dag weer verwonderd. Het is toch bijzonder dat je binnen extreem korte tijd extreem veel van iemand houdt. “Staat je leven op z’n kop”, “verandert nu alles?”, “kun je nog wel slapen?”, vragen ze alsof de wereld vergaat. Ja het verandert en ja dat is prima.

Machinaal gekreun

Alleen dingen als kolven voelen onnatuurlijk aan. Plastic machine zuigt je leeg, met tergende mechanische teugen. Zit je daar weer in dat kleine nietszeggende hokje, met het gevoel dat iedereen denkt dat je je tijd verdoet. “Kostbare tijd Marlijn en jij zit daar wéér!” (oké, oké, dat denken ze vast niet… ) Terwijl je het levenselixer van je spruit op robotachtige wijze tot stand brengt en in gekoelde flesjes bewaart.

Die met die bakfiets

En nog iets. Ik haalde Lahja op van de kinderopvang. Dat gegeven alleen al voelt zo ‘moedertje moedertje’. “Eh ja, ik moet op tijd weg, want ik moet naar de kín-dér-óp-váng…” Ik installeerde Lahja in de draagzak en observeerde ondertussen al die moeders met zo’n zelfingenomen blik, ‘zo moet het en zo is het’. Ze geven hun kids een kus en vragen naar hoe hun dag was. Kindlief babbelt ronduit. Moeder knikt apathisch en haalt de bakfiets van de standaard of fietst met klasse A-kinderstoel de straat uit. Ze hebben iets… ja eh… moederachtigs. Alsof ze alles voor elkaar hebben. Huisje, boompje, beestje. Koelkast vol AH-producten, tuin met luxe loungeset.

Nog geen half jaar geleden flaneerden moeders met kinderwagens langs het water voor mijn huis. Ik voelde afstand tussen hen en mij. Zij zaten in die andere levensfase. Geen feestjes meer, alleen nog maar verstandige keuzes en ecologisch afbreekbare luiers.

Terwijl ik op de fiets stap, knikt zo’n moeder vriendelijk naar me. Glimlachend en begripvol. Ik realiseer me dat ik er nu ook zo één ben. Dat mensen nu ook zo naar mij kijken. Ze zien mij niet als iemand die in bomen klimt, die met haar paardenstaart voor de zoveelste keer in dezelfde braamstruik blijft hangen en die haar glittertelefoon steeds kwijt is. Ze zien een dame die het voor elkaar heeft. Huisje, boompje, beestje. Verstandig, zelfverzekerd, ‘zo is het en zo moet het’. Zo iemand met zo’n kind en met zo’n baan. Tsja, zo is het ook.

O foei


Terwijl ik wegfiets roept zo’n moeder me na. “Je mag niet fietsen met een draagzak.” Een zucht van verlichting. Het voelt op een vreemde manier geruststellend.

Door Marlijn de Jager-Gerhardt

Marlijn is redacteur bij de YWCA. Ze was de laatste tijd wat minder actief voor de YWCA vanwege zwangerschapsverlof, maar is weer terug van weggeweest! Marlijn deelt graag observaties rondom het ‘vrouw zijn’. 

Tijdens de laatste vergadering van de YWCA-mensenrechtencommissie bespraken we als commissie de column geschreven door Sylvian Ephimenco in Trouw naar aanleiding van de Golden Globes. Deze column heeft bij mij een sterk gevoel achtergelaten dat ik graag mijn mening hierover wil delen. Daarom schrijf ik nu op persoonlijke titel een reactie op zijn stuk.

Sylvian Ephimenco schreef een column over de kleding van actrices tijdens het evenement. Volgens hem vloekte de kledingkeuze van de actrices met de boodschap die ze wouden uitdragen. Tijdens de uitreiking werd namelijk stilgestaan bij de #MeToo-discussie en de slachtoffers van seksueel misbruik. Dit werd onder andere gedaan door middel van de zwarte kledingkeuze van de aanwezigen. Daarnaast kwamen vele sprekers op voor de slachtoffers in hun toespraken. Het was alles bij elkaar een krachtige bijeenkomst waar het duidelijke geluid van de vrouwen in de zaal niet onopgemerkt kon blijven. Het knappe staaltje mansplaining in het opiniestuk, hoe de vrouw eigenlijk deze boodschap moet uitdragen en vooral dat zij niet een te diepe decolleté moet hebben, irriteert mij. Graag zou ik zien dat er in de discussie over seksueel misbruik niet wordt gefocust op kledingkeuze, maar op het verhaal van de slachtoffers.

Volgens het opiniestuk hing er een zwarte schaduw over de Golden Globes. Het nieuws over misbruik gepleegd door Harvey Weinstein en andere mensen in de filmindustrie heeft de wereld een tijd geleden opgeschrikt. Dit was dus goed te merken tijdens het evenement. Bijna niemand zal de toespraak van Oprah Winfrey zijn ontgaan. Zij praatte over het verdriet door misbruik en discriminatie die de wereld nog niet uit is, maar bovenal had ze een krachtige boodschap dat het de tijd van de vrouw is. De tijd dat vrouwen en hun stem eindelijk serieus zullen worden genomen. Dat de vrouw wordt gezien als mens. Het gaat er dan ook niet om hoe vrouwen zich kleden, maar dat een keer de aandacht van de kleding wordt afgenomen en gekeken wordt naar de dader. Hoe een vrouw zich kleedt, zou niets moeten zeggen over hoe haar boodschap geïnterpreteerd wordt. Een wijze quote in mijn keuken zegt feminism is the radical notion that women are people too. Laten we dus eens luisteren naar wat deze vrouwen te zeggen hebben.


Het is dan ook enigszins tegenstrijdig dat er in het opiniestuk gesproken wordt over ‘het varken dat in de vrouw alleen maar een lustobject ontwaart’ en dat sommige mannen ‘dit [gedrag] proberen te rechtvaardigen door de schuld bij vrouwen te leggen’. Het lijkt Sylvian Ephimenco zelf te zijn die verderop in zijn artikel beweert dat de manier van kleding iets zou zeggen over wat vrouwen vinden van seksueel misbruik en hoe zij hun mening overbrengen. We moeten juist eens stoppen met het maken van een connectie tussen uitdagende kleding en je mening ten opzichte van seksuele avances. Dat is een boodschap die de actrices waarschijnlijk juist proberen over te brengen. Het leidt namelijk tot het gevaarlijke fenomeen van victim blaming. Dit betekent dat we het slachtoffer de schuld gaan geven van misbruik, omdat er op een bepaalde manier gereageerd is of omdat het slachtoffer op een bepaalde manier gekleed is. Ik wil niet beweren dat dit gesuggereerd wordt in het opiniestuk, maar wel dat er wordt afgeweken van waar het eigenlijk om gaat. Het is de schuld van iedere dader en het slachtoffer hoeft daarvoor niet zijn gedrag of kledingkeuze aan te passen. Als je naar de actrices luistert dan hebben ze het erover dat ze eindelijk mogen zijn wie ze zijn.

Er wordt in het opiniestuk een vraagteken gezet bij het vrolijke gedrag van de aanwezigen terwijl de avond een serieus thema heeft. Het is inderdaad zo dat alle aanwezigen bij de Golden Globes in het zwart gekleed kwamen om slachtoffers te herdenken, maar ik snap deze kritiek niet. Juist de kracht die vanuit vrouwen kwam om het verleden achter zich te laten en een nieuwe orde in te stellen waar patriarchale regels omver worden geworpen, was een passende boodschap voor de avond. Dit zal waarschijnlijk menig man zich ongemakkelijk hebben laten voelen. De kleding van vrouwen vloekt echter niet bij deze boodschap. Wat wel vloekt is de mens die een connectie wil leggen tussen kledingkeuze en opstaan tegen seksueel misbruik. Natuurlijk mag je te blote kleding onsmakelijk vinden. We leven immers in een vrij land. Ik denk echter dat de kledingkeuze juist de boodschap kan zijn. Je mag een decolleté hebben en nog steeds een verhaal over misbruik vertellen. Kledingkeuze moet niet eens een onderwerp in de discussie zijn.

Ik wil ervan uitgaan dat het opiniestuk met de beste bedoelingen is geschreven en dat wij allemaal hetzelfde doel nastreven, namelijk dat seksueel misbruik de wereld uit wordt geholpen en dat slachtoffers openlijk over hun ervaringen kunnen praten. Het stuk slaat helaas naar mijn mening de plank mis door de focus van het verhaal van de actrices af te halen. Laten we vooral eens luisteren naar wat Oprah Winfrey ons vertelde tijdens de Golden Globes, namelijk dat vrouwen voor een te lange tijd niet gehoord of geloofd werden als ze de macht van mannen in twijfel trokken. Deze tijd is nu voorbij. Het is de tijd dat vrouwen en mannen naar voren komen met hun verhalen over seksueel misbruik. Zij hebben allemaal voldoende reden om te rouwen, maar het delen van dit verhaal gaat gepaard met de hoop voor een betere toekomst. Dit is dan ook een reden om feest te vieren. Het is de juiste keuze van elke persoon om ervoor te kiezen om naar deze krachtige mensen te luisteren en een nieuwe norm te kiezen waar kledingkeuze niet je geloofwaardigheid dicteert. A new day is on the horizon.

Geschreven door Dieke Hengelaar 

Vrouwenpodium 2010-2020′, georganiseerd door de Nederlandse Vrouwenraad in samenwerking met FNV en Migrantenvrouwenorganisaties had als thema op Prinsjesdag ‘Op weg naar een duurzame Arbeidsmarkt’ gekozen. Helaas geen dresscode en geen pers aanwezig, waardoor het effect beperkt blijft tot de zaal en de aanwezigen.


Als inleidend spreker koos de organisatie voor Joop Schippers die de focus legde op de genderproofheid van de arbeidsmarkt. Als panel had men de beschikking over:

  • Jan Nico Appeleman (CDA) gedeputeerde van de provincie Flevoland,
  • Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) lid van het college van de Rechten van de Mens,
  • Tanja Jadnanansing (VVD) manager Albeda College Rotterdam,
  • Malta van der Mark oud-wethouder Diemen (SP),
  • Reshma Roopram (PvdA) fractievoorzitter in Barendrecht en
  • Paul Schnabel (D’66) oud directeur SCP.

De moderator was Irene Janssen, gelukslobbyist. Tussendoor was er een optreden van Smita James, een ritmisch redenaar.

Schippers refereerde in zijn lezing aan de Lissabondoelstellingen van 2000, waar een discrepantie werd geconstateerd tussen onderwijs en arbeidsmarktprestaties. Het waren mooie beleidsstukken met goede voornemens, maar je ziet er niet van terug in de realiteit. In de praktijk moeten vrouwen zich eerst bewijzen, terwijl bij mannen wordt aangenomen dat ze iets kunnen. Mannen zijn ook sneller gasten bij programma’s als Jinek en Pauw, Jinek klaagt hierover, omdat vrouwen zich niet snel een expert durven te noemen.

Hij noemt ook praktische problemen, vrouwen gaan snel naar huis of werken parttime waardoor ze te weinig netwerken en naar borrels gaan aan het einde van de dag. Hun eigen zaken regelen ze tijdens het ontbijt, maar dat vinden mannen weer niks. In de zaal wordt erop gewezen dat dit niet meer klopt, en een organisatie als BNI doet niet anders dan netwerken tijdens ontbijten.

Schippers geeft aan dat Nederlanders minder uren werken, maar als we dan werken dan gaan we ook in een moordtempo, want de productiviteit is enorm hoog in Nederland. Hij legt geen voor de hand liggende conclusie dat het een met het ander te maken heeft. Wel geeft hij aan dat de zorgtaken (zoals mantelzorg) toenemen. Ouders leven langer en hebben langer zorg nodig. Dus naast het werk is er nog een andere belasting.

De panelleden geven aan dat het beter afstemmen van werk en zorg voor vrouwen heel noodzakelijk is, ook voor mannen. Praktische zaken spelen bij die afstemming een grote rol. Zo kan de openingstijd van een brug (Urk) volgens Jan Nico belemmeren om mannen hun kinderen thuis tijdens de lunch te kunnen opvangen. Er is ook een pleidooi voor betere kinderopvang die ook betaalbaar is. Kathelijne noemt als geweldig voorbeeld Mondomijn, een nieuwe manier van kinderopvang.

Vrouwen moeten onderling ook veranderen, zo moeten ze elkaar niet steeds negatief aanspreken over kinderopvang, mee netwerken en voor iedere vacature drie vrouwelijke kandidaten op weten te lepelen. Maar, zo gaf iemand in de zaal aan, vrouwen mogen ook meer bluffen!

Culturele belemmeringen; hoe vrouwen over vrouwen praten, hoe mannen naar vrouwen kijken en over hen praten, daar moet nog hard aan gewerkt worden. Mannen mogen meer worden aangesproken, keukentafelgesprekken met partners over de verdeling van zorg is van groot belang, en aangepaste werktijden zouden nu toch echt meer mogelijk moeten worden. Maar zowel Paul als Joop houden de zaal voor dat we van ver komen en dat er echt al veel gebeurd is. Sommige vrouwen in de zaal vinden het echter allemaal veel te langzaam gaan en vinden het tijd voor quotering. Dat is voor de zaal en het panel best bespreekbaar, want de politiek heeft aangetoond dat het werkt. Er zijn meer vrouwen in de politiek gekomen door quotering op de lijsten.

De grote conclusie was dat formele maatregelen ook samen moeten gaan met cultuur of zo je wil informele veranderingen. Het ligt binnen ons bereik om dit zelf te doen, en de YWCA doet dat door het uitreiken van de jaarlijkse Golden Girl (18 november) en haar meet ups over Vrouwen en leiderschap! De eerste is op 5 oktober!

The last two months, the Women’s European Cup (WEURO) took place in the Netherlands. I do not think a lot of people in my home country watched women’s football before except for a few fanatics, but because it was in the Netherlands it got some attention before it started. When our Dutch team continued winning, leading eventually to the glorious victory last week, the popularity grew fast. Last week, I was celebrating the victory of the Dutch team with thousands of people when they came for the homage to Utrecht, my hometown.


I decided weeks before the start of the WEURO to be a fanatic supporter. The reason was a feminist one. The concrete motivation came from a Dutch football journalist, named Johan Derksen. He was clear during a football talk show that is dominated by only men that women’s football had no potential and that it was horrible and embarrassing to watch. He did not think at that time that the talk show would give any attention to the WEURO, because it had no news value. That this later changed because of the success of our Dutch team is a side point. I could almost not believe that such direct attack on women and their sport performance was allowed on national television.

On the other side, I could believe it. Just a few months ago I participated in a Masters course about Human Rights out of a Gender Perspective in Sports. My choice fell on this course because I was interested in the gender perspective and not so much in sports. Because of this course, I realised how segregated sports are along gender lines. It is understandable in some cases looking at physical differences (but there are also many counter arguments to be named) and it is truly valuable to have important female role models in sports for our young girls. But I never realised how undervalued and sometimes just specifically ignored women’s sports are. Often, women champions are ignored while their performance is just as impressive.

A few clear examples that I can name you just happened in the last few months, showing we still have a long way to go to value the performance of women. In May, a Dutch cyclists Tom DuMoulin won the Giro d’Italia. He was praised (even by our national news channel) as the first person (notice this word person!) to win the competition. There was a big celebration in his home province. People were so proud of being Dutch, having a winner on our side. Just days after, the news came that everyone forgot that our Dutch national Marianne Vos won the Giro d’Italia three times and never got a big celebration. Another example is from July when tennis player Andy Murray was asked if his opponent was the first US player (again forgetting women as persons!) to reach a major semifinal since 2009. He luckily could easily correct the reporter with saying ‘male player’. Since 2009, tennis player Serena Williams alone has won twelve Grand Slam tournaments. In social media it was described as casual sexism to forget Serena.

Now back to women’s football. Every non-Dutch has to know that football is the most important sport for us. If the men play a championship, the whole country colours orange (our national colour). You do not have to watch the game to know if there is a goal, because the whole country will cheer when our team scores. Even if the Dutch team is not playing, still a lot of people will watch the championship. It is just a popular sport. I remember watching the last men’s European championship together with my own YWCA-board on a weekend to Brussels and the Netherlands was not even participating.

Unfortunately, when I asked people before our Dutch female team started with the European cup and even during the championship if they would watch the matches, most of them would answer they thought women were bad football players and it was boring to watch. You have to understand that I am not a football expert at all and normally I do not like to watch football. But these comments made me want to watch the games so badly. Why do people beforehand already assume women are bad football players? I am sure most of them never watched women’s football before. I was surprised by the amount of negative comments I heard. However, I can honestly say that during the championship I was enjoying the games that were thrilling and exiting to me. I do not want to argue in any way that you are sexist or something like this if you do not watch the football games. I am just suggesting that the women’s games are very enjoyable to watch.

We have to realise that it still is an (un)conscious stereotype that women’s sports are not as enjoyable as men’s sports. During the Masters course I mentioned before, I was confronted with the following comment of Nico Dijkshoorn on national television: ‘There is something strange going on. I suddenly have to like women’s football (…). Not even so very long ago, you just went to women’s football if you wanted to have a good laugh. (…) It is unnatural to watch a sport you love, being performed by handicapped people. Women’s limitations: they can’t head [the ball] (…), they are too humble and too sweet. It is like wheelchair basketball. Admirable but it has nothing to do with basketball.’ I think people in the Netherlands just found his speech amusing, but it gives us an example of a statement that is found acceptable on national television and with this, humiliating handicapped people and women. What better way of breaking the stereotype and cheering for our female role models than to watch the game and cheer for them! Giving women’s sports the same amount of attention might bring a change. And I can honestly say it is very amusing too! That is why I can recommend you to watch women’s football and value them as real sports professionals.

I want to end with referring to a card I got at the YWCA World Council in Bangkok from our British YWCA-sisters. This card had the text “Feminism is the radical notion that women are people too” on it. Since I got this card, it is standing on my kitchen table. I choose to be feminist to see women as people too and can link this to the examples mentioned above where journalists forgot that female sports professionals had the same performance and simply only referred to men as ‘persons.’ Let us change this, because women are people too!

Dieke Hengelaar

Net voor deze zomer begon, las ik het boek ‘De oorlog heeft geen vrouwengezicht’, van de Nobelprijswinnares voor de literatuur 2015 Svetlana Alexijevitsj.


Svetlana is een Wit-Russische auteur en onderzoeksjournalist. Het is een hartverscheurend boek, met verhalen die je nooit meer vergeet en getuigenissen die nog steeds worden weggemoffeld in de geschiedenisboeken. Het is een epos over de Tweede Wereldoorlog en geschreven door een vrouw uit Wit-Rusland. Een dappere vrouw die onder het bewind van Loekasjenko in 2000 moest vluchten naar West-Europa en sinds 2010 weer in Wit-Rusland woont. Wit-Rusland is een ingewikkeld land om te leven en er vrijuit je mening te verkondigen, zeker als die tegen de elite onder invloed van Poetin ingaat.

In haar boek raakt Svetlana een snaar, die ik niet verwacht had. Ze beschrijft het niet-heroïsche verhaal van de Tweede Wereldoorlog door de ogen van ‘Russische’ vrouwen (uit het voormalige Russische rijk). In WOII vochten er 820.000 vrouwen aan de Russische kant, in heel uiteenlopende functies. En nee, niet allemaal verpleegsters, maar scherpschutters, piloten en bevelhebbers.

Van Westerse kant kennen we de verhalen van vrouwen nauwelijks, het lijken incidenten. Zo zie je in de film The Imitation Game, Joan Clarke als uitzondering naast Alan Turing, de man die met zijn team de code van Enigma brak.  Dat vrouwen ook in de rekenkunde hun steentjes hebben bij gedragen, kun je zien in een heel andere film. Hidden numbers, een film over NASA, laat zien hoe zwarte vrouwen cruciaal waren in de ontwikkeling van rekenmodellen die noodzakelijk waren voor het bereiken van de maan etc..

In onze historische kennis van WOII spelen de Amerikanen, de Canadezen en de Britten een prominente rol als onze bevrijders. Recent werd een heldhaftige groep Poolse soldaten aan onze historische kennis toegevoegd: de Poolse soldaten bij de 1ste Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade tijdens operatie Market Garden op 17 september 1944 bij Arnhem onder leiding van Generaal Stanislaw Sosabowksi. Dat de Russen tijdens de oorlog eerst onder de voet werden gelopen door de toenmalige Duitsers, enorm geleden hebben en ook onze bevrijders waren, daar zijn we ons nauwelijks van bewust.

Sommige mensen kennen wel de verhalen van de verkrachtingen door Russische soldaten in Berlijn aan het einde van de oorlog. Wat er in Rusland is gebeurd, hoe er geleden is en op welke wijze het leger van Hitler er huishield; dat verhaal kennen we niet of nauwelijks. We kennen al helemaal niet het verhaal van de bijdrage die vrouwen leverde in deze oorlog.


Het boek brengt dit aangrijpend in beeld en het deed me terugdenken aan een korte ontmoeting. Ik was 16 jaar en ging voor het eerst alleen reizen naar mijn penvrienden in Cork. Een oudere Engelse kordate dame nam me onder haar hoede. We zaten samen op de boot en in de trein en na de laatste boot droeg ze me weer aan anderen over die op mij moesten letten van haar. Gedurende de reis vertelde ze mij dat ze als jong meisje verbindingsofficier was geweest in de Tweede Wereldoorlog. Ze ging op stap, zonder map, alleen, met kompas en een opdracht en ze moest het maar uitzoeken. Dit verhaal kwam ineens naar boven, getriggerd door het boek, dus mijn nieuwsgierigheid groeit naar de verhalen in het Westen van dappere vrouwen.

Die zullen er vast ook zijn, toch? In de Nederlandse geschiedenis kennen we natuurlijk Kenau Simonsdochter Hasselaer (verfilmd en mooi gespeeld door Monic Hendrickx) en Hannie Schaft. Wie kent er meer? Ik daag jullie uit.

Waarom is het belangrijk dit te weten? Veel geschiedenis is mannengeschiedenis, terwijl er meer is, een vollediger en completer verhaal. Zo ontdek je bijvoorbeeld dat Hillary Clinton niet de eerste vrouwelijke presidentskandidate is geweest voor de VS, maar Victoria Woodhull stond ook paraat.

Het boek van Svetlana is voor mij een nuancering van het traditionele beeld dat oorlog voeren uitsluitend een mannenaangelegenheid was.

Jeannette van Dongen – voorzitter YWCA Nederland

Wil jij reageren op deze tekst? Stuur een e-mail naar info@www.ywca.nl!

Op vrijdag 15 juli was het dan zover: de tweede avond van het Women’s Culture House voor vrouwen die in het AZC in Utrecht wonen. We hebben een toffe avond georganiseerd om de zomervakantie in te luiden: er was muziek om op te dansen en we zorgden voor hapjes & drankjes. Het werd wederom een memorabele avond, hoewel het wat onwennig startte. We kregen van de vrouwen als reactie terug dat ze het enorm waardeerden en van de avond genoten hebben. In september zullen we in samenwerking met de organisatie Women Wage Peace wederom een activiteit organiseren voor de vrouwen uit het AZC. Ook gaan we starten met het ontwikkelen van een leiderschapstraining voor zowel de vrouwen uit het AZC als voor de commissie zelf. Stay tuned!

 

Sanne Meijer namens de Internationale Commissie

Als fervent bezoekster van films, beveel ik jullie de film Bar Bahar aan (vertaling is In Between).

Drie vrouwen wonen samen in een appartement in Tel Aviv. Na The Bubble, een film uit 2006 over de tragische liefde tussen een Palestijnse en Joodse jongen, is er wederom een prachtig filmisch epos, waarin Tel Aviv als stad een belangrijke rol speelt. Het is blijkbaar de stad waar ruimte is voor verschillen en tolerantie in een verder gepolariseerd land.

The Bubble was geregisseerd door Eytan Fox. Youssef Sweid en Ohad Knoller spelen de hoofdrol in deze film en de vrouwen spelen de bijrollen. In Bar Bahar, geregisseerd door Maysaloun Hamoud, spelen drie vrouwen, Mouna Hawa, Shaden Kanboura en Sana Jammelieh de hoofdrollen.

In het verhaal leeft één van de vrouwen een losbandige leven op zoek naar een gelijkwaardige liefde, een lesbische vrouw is op zoek naar haar eigen plek, en een Moslima twijfelt over haar verloving en aanstaand huwelijk.

De liefde en invloed van ouders, de liefde, invloed en loyaliteit van vriendschap en het vinden van je eigen plek in jouw omgeving en de maatschappij waar jij in leeft;daar geeft deze film een prachtig beeld van. De muziek in de film van MG Saad maakt de film tot een bijzonder feestje, maar het is vooral een ode aan vrouwenvriendschap! 

Door Jeannette van Dongen